Met heel veel moeite fietste ik heen. Ik ging al bijna vrezen dat dit een teken was dat ik niet meer kon fietsen. Terug vloog ik over de weg. Het viel dus wel mee, ik kon nog steeds wel fietsen.

Op het station draaide de wind ook al rond me heen. Door alle tochtgaten woei de wind schijnbaar vanuit alle richtingen. Van de krant die ik probeerde te lezen bleef weinig heel. Iemand verloor een paraplu in regenboogkleuren. Het ding klapte dubbel. Een plastic zak verscheen, draaide een paar rondjes, en verdween weer.
Toen m’n haren ook alleen nog maar tegendraads wilden zijn, vond ik het genoeg. De kapper heeft er een eind aangemaakt. Kort is ook wel weer eens prettig.


Comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *