Ignatius Bovenweg kijkt uit het raam, en ziet de regen de straten nat maken. Mensen lopen er niet zoveel over straat, en de meesten hebben een paraplu bij zich. De fietsers trekken nog eens flink aan hun stuur om tegen de wind in de te komen die hier tussen de betonnen kolossen altijd lijkt te heersen. Hij peutert wat in z’n neus en gooit de resten geoefend in de prullenbak. Dat vervloekte sickbuilding ook. Onderzoeksbureau 2DK waar hij werkt is gehuisvest op de vijfde verdieping van een betonnen kolos uit begin jaren ’80, op een kantoorpark aan de rand van de stad. Een plek waar je niet komt tenzij je er noodzakelijk moet wezen.

Eigenlijk moet hij nu achter z’n PC kruipen, en op het smerige toetsenbord formules in typen om daarmee dan het computermodel te kunnen runnen. Voor elke run moet het computermodel weer worden aangepast. En na 17 mislukte runs vandaag heeft hij geen zin meer. Er zit kramp in zijn schouders en als hij z’n ogen sluit ziet hij enkel grafieken. Het is kwart over twee ’s middags en hij wrijft door z’n ogen. Buiten rijdt een rode auto vol door een plas water.

Zeventien jaar geleden kwam hij hier werken. Net afgestudeerd, en dan al bij zo’n gerenomeerd onderzoeksbureau werken. Toen geloofde hij nog in z’n modellen. Het perspectief dat de eerste modellen die hij bouwde boden was groots. Met input van enkele variabelen leek veel verklaard kunnen worden. En met meer input zou ook meer verklaard kunnen worden, was de redenering. Drie fusies en twee reorganisaties later gelooft hij niet zoveel meer. Zijn onderzoeksafdeling is vrijwel wegbezuinigd, zijn specialisme sterft uit. Een somber conclusie op een dinsdagmiddag. Hij draait zich om en gaat weer aan z’n bureau zitten. Hij kijkt nog even naar buiten, lijkt even te twijfelen en geeft dan een tik tegen het toetsenbord om de computer die in de slaapstand is gegaan weer tot leven te wekken.

Het is kwart over vijf geworden, de vooravond, als Ignatius Bovenweg in zijn auto stapt. Hij start de motor, en rijdt de parkeerplaats af, de avondspits tegemoet. En morgen weer, denkt hij als hij het Oostplein, een van de drukste verkeersknooppunten van de stad oversteekt. En morgen weer.


Comments

2 reacties op “Midlife”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *