Schaduwkind

De zon ging onder toen ik de laatste bladzijden uit Schaduwkind van P.F. Thomése las. In korte fragmenten vertelt hij over het overlijden van zijn pasgeboren dochtertje, en het rouwproces daaromheen.

Een nogal persoonlijk onderwerp. Eigenlijk iets te persoonlijk. Ik hoor u nu denken: ‘Je bent weblogger, heb je dan niet vaker persoonlijke onderwerpen gezien?’ Ja, maar tot op zekere hoogte. Er zijn weinig webloggers die over zulke persoonlijke onderwerpen schrijven, en al helemaal geen webloggers die dat permanent doen.

Thomése schrijft op een gegeven moment over de mensen die meeleven. Over het sentiment, de nooit volgroeide emotie:

Ondanks de vaak spectaculaire scenes houdt het sentimentele hart de boel, als het erop aan komt keurig binnen de perken. Altijd blijft het leed te overzien. Het is gratis lijden. Zie de verdrietparasieten bij ontijdige begrafenissen van publieke personen. Als iedereen van de ergste schrik is hersteld, gaan de gordijntjes weer toe en mag men opgelucht naar huis.

En met die zin viel het op z’n plaats. Ik voelde me verdrietparasiet. Wat heb ik te zoeken in het leed van een volstrekt onbekend persoon? Het is leed waar ik toch nooit bij kan, simpelweg omdat een dergelijke situatie volstrekt onvoorstelbaar is tenzij je het meemaakt. Begrijp me niet verkeerd: Thomése is een goed schrijver, een heel goed schrijver zelfs; en tussen de stukjes zitten ware juweeltjes. Maar de conclusie dat taal niet bij machte is om dit soort dingen over te dragen, lijkt onontkoombaar.


Comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *