Als ik thuiskom zie ik de bui al hangen. Letterlijk. Een zogeheten schip met zure appelen hangt in het zuiden klaar, dreigend en intimiderend. Een schip is trouwens een wat zuinige omschrijving, een mamoettanker lijkt een betere omschrijving voor deze donderwolk.
Binnengekomen zet ik de muziek weer aan. In een modern stuk rampt er iemand op de toetsen van een piano, wat het dreigend sfeertje nog wat versterkt. Het buitenlicht is vreemd geworden; doods en wit. Alsof er iemand in het groot heeft lopen spelen met de effecten uit Photoshop. Momenten gaan in stilte voorbij. Alles trekt zich terug nu. Een windvlaag, even voordat de bui los barst. Het getik op de de ruiten van hagelstenen, het gekrakeel van de donderslagen en het zenuwachtige geflits.
Even snel als het komt gaat het ook weer voorbij. Buiten wordt de draad weer opgepakt. Het is nog steeds 8 juli. En ik vraag me af of de zomer nog gaat komen.
Geef een reactie