Er ligt hier een boek, en dat lees ik. Ondertussen lees ik nog wel een stuk of vijf andere boeken, maar dat gebeurt wel vaker. Ik lees niet altijd in chronologische volgorde; sommige dingen hebben nu eenmaal voorrang en anderen worden beter als je ze even laat liggen en weer anderen hoeven helemaal niet uitgelezen te worden.
Maar er ligt hier dus een boek. Het gaat over filosofie. Over Marx, Nietzsche, Heidegger, Sartre, Foucault. En nog een stuk of vijftien anderen. Eindelijk wilde ik nu wel eens weten wat al die mensen nu exact hadden bedoeld. Van sommigen had ik wel gehoord, maar nooit precies meegekregen wat ze schreven. Veel gevallen van wel de klok en niet de klepel.
Het is een dik boek met kleine lettertjes. Af en toe op de tenen lopen om het te kunnen volgen. Maar vooral erg leuk. Dat ik soms verslaafd lijk aan nieuwe ideeen en informatie, is een verhaal dat een ander keer nog wel komt, maar voor nu valt te zeggen dat het nieuwe terrein me wel bevalt.
Maar waar ik telkens tegen aanloop: de eigen gulzigheid. Ik wil zo graag weten, zo snel vooruit tussen deze nieuwe perspectieven, dat ik mezelf voorbij ga. De informatiedichtheid in het boek is zo groot dat vijf pagina’s achtereen lezen wel genoeg informatie bevat. Als ik meer lees, ontgaat de helft me en wordt het denken troebel.
Dat had ik pas, toen ik in een uur zowel de vrijdag- als de zaterdagkrant, inclusief alle bijlagen, las.
Het dillemma: verder willen lezen in een leuk boek maar weten dat het niet verstandig is.
Misschien hebben die filosofen nog een oplossing.
Geef een reactie