Een sikkel van de maan staat aan de lucht, die gevangen is in het venster. Het is bijna donker, en straks zal ook de maan ondergaan. Ik zit aan het bureau en schrijf een paar stukjes, voor morgen en overmorgen. Een stukje per dag is een prachtig streven, maar als ik er meer kan schrijven zal ik dat niet nalaten.
In de magere jaren moet je immers reserves hebben.
De maan is nu nog zichtbaar, maar er komen wolken aan, vanuit het westen. Over een paar minuten zullen die tussen mij en de maan zijn geschoven. Terwijl ik typ en naar de maan kijk (ik kan blind typen) is daar ineens het cliche uit elke hollywoodfilm.
Wie zou er nog meer naar deze maan kijken? En, die mensen die misschien ook naar de maan kijken, welke verhalen zouden ze hebben? Zouden die een goede dag hebben gehad? Welke hoop en welke twijfel en welke visie zouden ze hebben.
Misschien moet ik maar eens een netwerk gaan opzetten. Maankijkers aller landen verenigt u, ofzo.
Wie weet, komt de wereldvrede wel een stapje dichterbij.
Geef een reactie