Hij woont op de dertiende verdieping van een flat.
Onder hem zitten nog 12 verdiepingen.
Boven hem nog twee verdiepingen.
Vol mensen die hij nauwelijks kent.
Hij ziet ze in de lift en anders niet.
Dat scheelt ongetwijfeld een hoop ellende.
Als hij op het balkon staat ziet hij de stad, en onder hem gaat de ringweg.
Elke ochtend en namiddag is het daar file.
Vannacht hoorde hij een piano.
Terwijl hij in bed lag klonk het heldere geluid, door de muren heen.
Hij stond op en luisterde.
De wekker wees aan dat het bijna twee uur was.
Hij legde mijn oor tegen de muren en hoorde dat het geluid bij de buren vandaan moest komen.
Althans, het kwam uit de woning naast hem.
Er werd piano gespeeld – aan de haperingen te horen was het geen plaat.
Een brokje Vivaldi, een stukje dat hij ook ergens moest hebben.
Op een CD, maar ja, hij heeft er zeshonderd dus die luister je niet elke dag.
Om kwart over twee was het afgelopen.
Geef een reactie