iTunes schotelde me – at random – liedjes voor. Een daarvan was Too Bad van Nickelback. Nickelback is een matige band, maar het liedje Too Bad is wel leuk. Vooral omdat het een herinnering met zich meedraagt.
Het was de tijd dat ik nog wel eens op en neer reisde met de intercity tussen Eindhoven en Den Haag. Twee uur lang, in de late herfst en winter. Zeer geschikt om te lezen, en daarom was ik ook blij dat ik in Bruna op het station van Eindhoven een uitgave van Tolkien’s Roverandom tegen te komen. Dat boekje had ik al tijden gezocht en nergens zien liggen.
Verheugd stapte ik de coupe binnen, en ging zitten. Mijn boek was verpakt in twee laagjes plastic, en heel voorzichtig pakte ik het uit. Met een grote glimlach op het gezicht moet ik het boek hebben zitten uitpakken. Anders had het meisje tegenover me er nooit zo van opgekeken. Anders hadden we geen aanleiding gehad om te gaan zitten praten. Van de inhoud herinner ik me niet veel, behalve dat we moesten lachen toen de conducteur op de omroepinstallatie de slappe lach kreeg. Bij Breda vertrok ze. Of liever, verdween ze in de anonimiteit van de massa’s op het perron.
En wat heeft dit nu te maken met Too Bad van Nickelback, zult u zich afvragen. Weinig in feite. Behalve dat ik die hele middag exact het refreintje uit dat liedje in m’n hoofd had. Zo verbinden liedjes zich aan de raarste plaatsen en voorvallen.
Geef een reactie