In de trein (22)

Juist op tijd loop ik met grote stappen het station binnen. De trein staat al op het perron. Een marge van een minuut overhouden, dat is nog eens precies op tijd.

In de dubbeldekker zit ik tegenover een jongetje en zijn moeder. Hij is een jaar of 6, en de plaag van zijn moeder. Zij wil dat hij stil zit en naar buiten kijkt, maar hij begint met het opsommen van alle letters van het alfabet in willekeurig volgorde. Een slamdichter in wording. De combinatie ADHD, die zo goed bij hem zou passen, gebruikte hij niet.

Maar hij produceert wel veel herrie. Verderop kijken mensen om, wat is hier aan de hand? Zijn moeder laat hem beloven dat hij zachtjes zal praten. En hij belooft het, en schreeuwt weer verder dat hij buiten een graafmachine ziet.

Moeder kijkt opgelucht als ze de trein kan verlaten.


Comments

Eén reactie op “In de trein (22)”

  1. Mm, gisteren waren we toevallig ook met zijn allen treinmatig op reis, maar ik heb eigenlijk nooit problemen met de kleine. Misschien scheelt dat-ie nog maar drie-en-een-stukje is, en dus niet zozeer hinderlijk als wel vertederend is…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *