Het schemerde en het regende een beetje. Geen stortbui, dit was een regen waar je wel even doorheen kon lopen en als je een goed humeur had het zelfs nog wel een lekker buitje kon noemen.

Ik liep naar het station van de oude stad. Studenten fietsten naar het station. De vrijdagse uittocht was blijkbaar bezig, al was het niet zo opvallend als ik het ooit in Maastricht had gezien. Daar ging destijds een trein die voor negentig procent gevuld was met studenten. Voor het station wachtte ik, vlakbij de taxistandplaats. Mensen komen en gaan. Een enkeling kijk je aan. De meeste zie je niet, ze zijn gezichtsloos. Als elektronen schieten ze langs je heen.

(Elektronen schijnen vluchtig te zijn, dus ik ga er vanuit dat die vergelijking klopt. Maar ik moet toegeven dat ik nog nooit een elektron gezien heb.)

Auto’s komen, maar veel te weinig deze kant op. Het stoplicht laat er maar drie tegelijk door, en dan springt het weer op rood, lijkt het. Bovendien kost het weer veel moeite om er ook weer uit te komen, hier. Die Kever die daar gaat, liet zeker twee minuten geleden hier een blonde vrouw uitstappen.

Na een minuut of vijf zag ik de zilveren auto aan komen. Ik stak mijn hand op, en stapte in. Binnen was het warm en stond de autoradio aan. Op Radio 1.


Comments

2 reacties op “Wachten”

  1. Je schrijft leuk Maarten. Mag ik nog eens terugkomen? Gr. Lavi

  2. @Lavi: Uiteraard, wees welkom!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *