Lachmann (1988) beschrijft de opkomst en ondergang van de graffiti in de New Yorkse metro. De tag drukt een boodschap uit aan de intimi in het circuit. Meestal is dat niet meer dan ‘kijk mij eens, mijn naam staat hier, ik ben de belangrijkste artist op deze metrolijn.
Het idee intrigeert me wel. Bepaalde codes in de publieke ruimte die slechts leesbaar zijn voor een selecte groep.
Vanmiddag las ik de Metro. ’s Ochtends had ik al de Spits gelezen. De puzzel, die er elke dag instaat en die zelfs ik zonder al te veel frustratie op kan lossen, was volledig ingevuld. De oplossing was soep. Maar het mooist van dit al was de handtekening die onder de puzzel stond. Van de trotse oplosser. Ik vermoed het bestaan van een geheim puzzelaarsnetwerk, waarbij boodschappen via afgedankte Metro’s reizen.
(Lachmann, Richard (1988), Graffiti as Career and Ideology. The American Journal of Sociology 94 (2), p 229-250.)
Geef een reactie