Uiteraard vergeten een boek mee te nemen. In geen velden of wegen een ongelezen krant te bekennen. En nuttig doen, dat is te veel gevraagd. Mijn tas zit vol goede voornemens, en die blijven daar lekker zitten.
Een lichaam dat enkel onwillig is. Tintelende ogen. Onrustige maag. Niks ernstigs, je noemt het vermoeidheid. Of een beetje gaar zijn. Een hoofd dat vooral de volgorde van de dingen kwijt is.
En dus laat je je enkel verplaatsen. Kijken naar het traject dat nu ineens zo saai is. Het kost moeite om te bestaan, hier. Elke bocht tellen. De geur van verschraald bier; er ligt een leeg blik Amstel in de prullenbak. Iemand, een bank verderop, is een rode sjaal vergeten.
Geef een reactie