Het was niet overvol, maar het paste precies. In het gangpad lag een grote hond, waar iedereen met een grote stap overheen moest. Niemand durfde ernaast te gaan zitten.
Naast mij zat een een grauw jongeman met een stoer kapsel en sportjack aan. Dat jack snapte ik niet helemaal; een paar uur later zou ik flink verbranden. Hij luisterde luidruchtig naar Phil Collins. Mooie combinatie.
Achter mij begonnen mensen te socializen. Hoewel, socializen; het gesprek eindigde in een monoloog waarin achtereenvolgens de neomarxistische en de boedhistische kerstboom werd opgezet. Hoe die twee zich overigens tot elkaar verhouden, bleef onduidelijk.
Verderop werden zelfs telefoonnummers uitgewisseld. Het ging over woonruimte, en ik vroeg me af of die jongen misschien Rob was.
NS zet bussen in. Het blijft een belevenis.
Geef een reactie