Duco slaat zijn ogen weer open in een ziekenhuis. Hij kijkt om zich heen, en al snel is er iemand bij hem om hem zijn situatie uit te leggen. Hij is aangereden terwijl hij het kruispunt overrende. Gelukkig heeft hij het overleefd, zegt een strenge dame die aan zijn bed verschijnt. Hij heeft een gecompliceerde beenbreuk en een flinke hersenschudding, wordt hem verteld. En nog meer, ze hebben hem verdovingen gegeven, maar dat onthoud hij allemaal niet zo goed. Hij probeert te bewegen, maar dat gaat maar moeilijk.
In het ziekenhuis, dus. En een lange revalidatie. Dat is het laatste wat hij kan gebruiken. De afgelopen maanden heeft hij al z’n tijd in het bedrijf gestoken. Samen met z’n compagnon Chris heeft hij een it-bedrijf. Twee man en het beste plan voor een boekhoudprogramma. Een vliegende start bezorgde hen een aantal klanten, maar nu moeten ze zoveel tijd steken in de ondersteuning dat de ontwikkeling van het programma avonden en nachten opslokt. Hij wil een extra man aannemen, maar dan moet de bank mee werken. Duco doet z’n ogen dicht en probeert wat te slapen, maar dat lukt maar weinig met de hoofdpijn.
De dag verstrijkt langzaam. Duco heeft ondertussen wat mensen gebeld – zijn telefoon is gelukkig heel gebleven bij de crash. Zijn kleren zagen er gehavend uit. Familie is op bezoek geweest; zijn zus en zijn ouders kwamen om half zes ’s middags.
Om half negen gaat zijn telefoon, terwijl hij nadenkt over de dagen die gaan komen. Morgen zal zijn been geopereerd worden, en zo gauw als zijn hersenschudding weer over mag hij het ziekenhuis uit. Een paar dagen, en dan kan hij naar huis. Hij neemt z’n telefoon van het kastje en ziet dat Chris belt. Chris vertelt dat hij in de stad is – terug van een klant – en dat hij nog even langs het ziekenhuis komt. Hij heeft goed nieuws, kondigt hij aan.
(wordt vervolgd)
Geef een reactie