Terug naar het station besluit ik te lopen. Dat scheelt weer twee strippen, en het is nog best aardig weer bovendien. De stad is hier druk met zichzelf. De tram ratelt door een straat waar je alles kan kopen. Groenten die ik niet ken staan in bakken buiten. Een Italiaanse ijssalon die er uitziet alsof die al dertig jaar hier zit. Een stuk of vijf belwinkels. Directe verzendingen – ook naar Nickerie.
Op een kruispunt hectiek. Twee auto’s zijn opeen gebotst, en de inzittenden komen eruit. Geen gewonden, slechts wat blikschade, en tijd om eens een goed gesprek te gaan voeren. Ondertussen is het verkeer wel weer op gang gekomen, en begint om de mensen heen te kolken. Een man staat foto’s te maken met zijn huis-tuin-en-keuken digitale toestel, en vertelt terwijl ik bij de zebra sta te wachten dat er nog een derde auto was betrokken bij het ongeluk, maar dat die al weer weggereden is. Twee kruispunten verder staat een ambulance, met een schooljongetje ingepakt in alumiumfolie. Het ziet er niet echt ernstig uit, maar leuk zal het ook niet zijn.
En en passant passeer ik ook Chinatown nog. Met zoveel te zien blijven er genoeg argumenten om te wandelen.
Geef een reactie