De lotgevallen van een rits

Eerdaags was er de keer dat ik misschien wat te hard aan de rits van mijn winterjas trok. Pats! Haakje van de rits eraf. Toen ontdekte ik dat mijn rits eigenlijk een knap staaltje ingenieurswerk is: er zit een soort remmertje in, waardoor je rits heel moet zijn als die wil werken. Sindsdien trok ik mijn jas dus aan over het hoofd, of deed alleen nog maar de knopen dicht. Iets dat op termijn toch niet zo handig is.

Ik bezocht de stomerij, die ook kledingreparaties doet. Een plek waar ik al jaren niet was geweest. Nu is de stomerij niet een plek waar je voor je lol komt, dus dat is niet zo vreemd. De vloerbedekking grijsblauw, de lampen scheefhangende tl en de enige plant is van plastic. Het ontvangstbewijs dat ik kreeg kon zo uit de jaren ’60 stammen. Maar goed, wat maakt het uit, als ze mijn rits maar kunnen maken. Tot die tijd loop ik namelijk in een zomerjas.


Comments

5 reacties op “De lotgevallen van een rits”

  1. Lang leve de laagjeskleding.
    (en een nieuwe jas?)

  2. Hopen dat het lukt, ik moet een nieuwe rits in mijn bashoes, zouden ze dat ook doen? Die is ongeveer twee meter lang..

  3. Volgende jas moet er dan maar eentje zijn met knopen, of klitteband natuurlijk.(of is het klittenband?)

  4. @Katyo: waarschijnlijk is een nieuwe rits goedkoper, te meer omdat mijn winterjas nog in goede conditie is.

  5. Een zomerjas… *ril*

    Ik ga voor klitteband. Volgens mij was de regel dat als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat in meervoudsvorm een n erbij krijgt, die n er ook tussen komt. Of zou er iets als een klit bestaan?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *