Zomaar kreeg ik een klokje. Een soort gadget om sympathie te winnen, vermoed ik. Het is nu het badkamerklokje geworden. Dat vind ik fijn, een klokje op de badkamer. Als ik ’s ochtends naar de douche loop, ben ik altijd bang dat ik per ongeluk te lang onder de douche blijf staan. Omdat het raam de hele nacht heeft opengestaan is het namelijk stervenskoud geworden (15 graden). In die omstandigheden is het verleidelijk om nog maar even onder het warme water te blijven staan. Een klok is een goede stok achter de deur.
Met die motivatie zette ik het klokje neer. Maar ik ontdekte dat het klokje ook temperatuur kan weergeven. Als ik weer afgedroogd ben en in mijn kleren stap, ben ik gloeiend warm. Maar het is nog steeds maar 16 graden. Ergo: het koud hebben is dus niet een kwestie van omgevingstemperatuur. Het is meer een kwestie van haast als ik snel naar mijn ontbijt moet rennen.
Derhalve zou ik volgende formule willen voorstellen. Mate van koud hebben = 1 / Haast, waarbij veel haast wordt uitgedrukt met een 1 en geen haast met een 0. Voortaan ga ik trouwens nog wat later opstaan. Dan heb ik het namelijk nooit meer koud.
Geef een reactie