Snelwegvolk

Voor me rijdt een Ka. Fijn tempo, regelmatige maximumsnelheid. De dag is aangeland bij half twaalf ’s avonds, maar het is nog steeds belachelijk druk. Linksvoor zie ik de stumpers op de derde baan, die met 150 aan komen rijden, vol in de rem moeten om niet helemaal op de achterbumper van de voorgangers te belanden, en op die manier 5 minuten eerder thuis zijn.

Auto’s schieten als elektronen door het knooppunt Oudenrijn.

Afslagen passerend zoek ik metaforen, oplossingen, sleutels. Tevergeefs. Wat zich toont is het contrast; de stilte van een constante broem van het rijdend voertuig. Benoemen. Misschien wel de grootste kunst die er is.


Comments

4 reacties op “Snelwegvolk”

  1. Soms, soms zou ik willen dat ik engelstalig opgevoed was. Z?veel meer woorden, zoveel meer synoniemen dan de Nederlandse taal rijk is…

  2. Een constante broem. Dat vind ik eigenlijk wel heel erg leuk.

  3. Ik moest aan monotone stilte denken …

  4. Maar eigenlijk vind ik dat het allerleukste aan taal. Het eeuwig puzzelen om iets juist uit te drukken. Stiekem verdenk ik jou daar ook van…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *