Achtentwintig zitplaatsen. Twee prullenbakken. Een glazen gevel. Een kaart van de regio, voorzien van advertenties door lokale ondernemers. Een bak Metro’s. Een vloer tegels, behoorlijk schoon. Drie automaten voor parkeerkaartjes en strippenkaarten. En het staat er allemaal voor mij alleen.
Het lijkt zo handig, zo’n overstapplaats, vlak bij de snelweg en direct aan het openbaar vervoer. Blijkbaar is dat het dus niet. Het is kwart voor acht op een doordeweekse ochtend, en ik ben vanuit mijn huis inderdaad in tien minuten aan de snelweg. Een collega heeft net gebeld, dat er file is door een botsing, en dat we dus later gaan arriveren in het zuiden.
Ik doe de naam van de wachtruimte eer aan. Lees een Metro, maar dat duurt altijd maar tien minuten. Buiten staan twee mensen foto’s te nemen van de omgeving. De toestelletjes flitsen, maar ik betwijfel of ze krachtig genoeg waren om de schemer te overtreffen. Later komen de eerste bejaarden binnen. Straks gaan tenslotte de kortingskaarten in. (Ofzo. Een andere reden kan ik ook niet verzinnen, ze zijn er simpelweg en om mijn wereldbeeld niet verder te doen defragmenteren verzin ik een verklaring. Het zou natuurlijk ook kunnen dat het hangbejaarden zijn, die deze verlaten wachtruimte gebruiken als hangplek. Of verzin iets leuks. Suggesties zijn welkom)
We arriveerden een uur later dan gepland op de afspraak.
Geef een reactie