Vandaag bezocht ik Foam in Amsterdam. Tot en met morgen loopt er onder andere de tentoonstelling Plaats Delict (vandaar dat ik er direct over schrijf). Plaats Delict is een samenstelling uit de forensische foto-archieven van de Amsterdamse politie (periode 1965-1985). Bij de ingang van de tentoonstelling hangt een bordje ‘Deze beelden kunnen als schokkend worden ervaren’.
Ten eerste zijn het vakkundige, goed geschoten beelden. Goed studiemateriaal om te kijken naar beeldopbouw.
Ten tweede bevatten ze een aardig tijdsbeeld van het Amsterdamse leven in die periode.
Maar ten derde, en daar gaat het me om, de betekenis en lading van de beelden is me nog niet helemaal duidelijk. Voor de politie waren het functionele beelden, met de bedoeling het opsporingswerk te ondersteunen. In het politiearchief zijn de foto’s niet meer dan dat – letterlijk stille getuigen. Betekenis is natuurlijk niet meer dan een sociale constructie, maar hang je exact diezelfde dingen in een museum dan is het kunst. Natuurlijk, Duchamp hing al veel eerder de beroemde pisbak in een museum en zei dat het kunst was, maar dit is van een iets andere orde. De gemiddelde mens heeft niet zo’n binding met een pisbak, al is het een nuttig ding. Foto’s van lijken van mensen hingen ook al eerder in het museum, denk aan de gemiddelde World Press Photo, maar meestal gaan dat soort beelden gepaard van een flinke moreel verhaal. In Foam hangen of liggen de lijken met enkel de feiten: ‘Lijkvinding’ en ‘Dubbele zelfdoding’. Je zou met een hedendaagse blik kunnen zeggen dat die mensen hebben gekregen wat ze willen: 15 minutes of fame. Iedere bezoeker stamelt over die onmogelijke houding die ze als model hebben aangenomen, en de fotograaf die dat vast heeft kunnen leggen.
Conclusies, of een afgeronde mening, heb ik nog niet. Enkel het idee dat ik dit stukje nog even moest schrijven voordat de tentoonstelling sluit. Ik moet u immers niet de kans ontnemen om zelf een mening op te doen.
Geef een reactie