Avond en naar de winkels. Zelfde verhaal opnieuw, maar nu met een man die in de telefooncel staat te bellen. Het is best koud en hij spreekt in het dialect van deze stad. Plat en onmiskenbaar.
In de supermarkt koop ik spinazie en brood. Met een dichtgeslagen jas loop ik weer terug. Koude donkere dagen voor kerst enzo. De man in de telefooncel staat nog steeds te bellen. Er vliegen flarden uit zijn telefooncel. Wat heb ik jou dan te bieden, vraagt hij aan de andere kant van de lijn. Bij voorkeur denk ik niet te diep na over zijn situatie.
Geef een reactie