Op de hoek van de straat is een vreugdevuur uitgebroken. Terwijl ik naar auto loop die dertig meter verderop staat, zie ik tussen de flarden smog en mist een paar buurtbewoners rond het vuur staan. Een vader komt aangelopen, met een kind naast zich. Hij heeft nog iets uit de achtertuin gesleept. Het poppenhuis. Hout, en dat brandt goed. Gezellig, met z’n allen rond een vuur. Nog een biertje, buurman? Terwijl ik wegrijd zie ik In de achteruitkijkspiegel hoe het vuur langzaam aan het huis knaagt.
Ik vraag me af of een van de kinderen vanochtend niet een stuk speelgoed miste.
Geef een reactie