De lift geeft me een sterke duw als ik opstijg naar de top van de toren. Met laptop en tas vol stukken meld ik me bij de balie. De grote ramen tonen het uitzicht vanaf dit niveau. Beneden glinstert de tramrails in de ondergaande zon. In verte tonen zich de talloze fabriekspijpen bij de haven. De dame aan de balie loodst me naar de dealroom, zoals ze de vergaderkamer noemt. Hoe commercieler de organisatie, hoe beter de baliedame eruit ziet. Dit is een zeer commerciële organisatie.
In de hoek van de ruimte staat een kijker waarmee de stad bekeken kan worden. Ik ontwaar de huizen bij het Hofpleinstation, en verderop het Kralingse Bos en de torens van Alexanderpolder. De deelnemers aan het overleg zijn echter gefocust op de spreadsheet die op het projectiescherm wordt weergegeven. Een verschil van 11,2%, zo is berekend. Beslissingen met een dramatische omvang verdienen een dramatische uitzicht, moeten beslissers vinden.
Terwijl de lopende onderwerpen worden afgehandeld schuif ik aan, pak mijn stukken en bezie de kamer. Overal sporen van onderhandelingen die al een dag lopen. De lege bakjes fastfood – noodles? – op tafel. Koffiekopjes, blikjes fris, ergens staan nog 2 taartjes en nu komen de tijgernoten op tafel. Ordners vol papier liggen op tafel, beschreven, bij sommigen in een grote chaos, anderen weten de orde te bewaren.
Na een kwartier neem ik het woord en leg een lijstje met opties op tafel. Er wordt toegehapt op het meest waarschijnlijke compromis. Ter plekke werk ik het uit. Ik sta bij het secretariaat te printen als twee Chinezen binnenkomen met koelboxen. De avondmaaltijd. De Westkruiskade is niet ver van hier, immers. Om kwart over zeven verlaat ik de toren. Mijn deel is af.
Geef een reactie