Nachtrit

De ruiten zijn niet bevroren als ik de auto in stap, om tegen het advies van de ANWB in, ’s nachts naar huis te rijden. Bijna draai ik bij het uitrijden de achterkant tegen een lantaarnpaal aan. Het is maar goed dat ik daar vroeger gestoeprand heb en nu ongeveer weet waar de lantaarns staan.

Het stuur om en langzaam optrekkend, de weg voelen. De verwarming enige minuten op maximaal vermogen om het minder koud te krijgen. Er ligt al dagen ongeopend een flesje mineraalwater in de auto. Dat is nu een blok mineraalijs geworden. Ik ben benieuwd wat er van die bubbels over is als ik ’t ding binnenkort open.

Alleen met de radio ben ik op de snelweg. Rob Stenders vermaakt ons in een nachtprogramma, en belt Guus Meeuwis om diens voicemail in te spreken. Ver voor me gaan nog wat auto’s. Ik ben de koning van de eerste tot en met de derde baan en cruise control is mijn vazzal. Ik zap wat rond en doe mee met de riff uit Bad to the Bone. Er is weinig mist te zien en het vriest gemiddeld een graad.

Pas bij de stad, bij het opdraaien van de ring lijkt er een zekere mist te hangen. Kruitdampen waaien me tegemoet. Als ik voor het laatste stoplicht sta te wachten – op niemand, maar het licht stond op rood – vraagt een luisteraar Born Slippy aan. Heel goed, denk ik, alleen jammer dat ik bijna thuis ben. Ik gooi de volumeknop op 17. De straten en het plein zijn uitgestorven en ik zoek een plekje. Versnelling vrij. Motor uit. Handrem omhoog. Lichten uit. Langzaam wordt het donker in de auto. De extase van Underworld barst los op de radio. Ik kan het nog niet over mijn hart verkrijgen de sleutel er uit te trekken en zo een einde te maken aan deze stampende trein. Tweeduizendnegen is begonnen.


Comments

Eén reactie op “Nachtrit”

  1. Gelukkig nieuwjaar………

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *