Ze wilde (…) mijn gedachtenwereld in stevige winterkleren wurmen. Saai maar onverslijtbaar, bovenal waterdicht. Voor mijn moeder waren redeneringen en kledingstukken hetzelfde: ze moesten goed sluiten, terwijl ik niets liever deed dan lethargische middagen lang lanterfanten in de hangende tuinen van Babel en in mijn open nachtkleed, trots op mijn ontluikende welvingen, de ziggoerats der boeken beklimmen.
Uit: Erwin Mortier – Godenslaap
Geef een reactie