Plaatsnemen

De wachtruimte telt 4 houten stoeltjes en een tafeltje waarop een hoge en wankele stapel tijdschriften ligt. Ik kom de ruimte binnen en posteer mij aan de balie. ‘Jawel’, zegt de assistente, ‘u wordt zodadelijk geroepen’. ‘Jahoor’, antwoord ik, ‘Ik neem even plaats’. Terwijl ik op een van de vier stoeltjes ga zitten, hoor ik mijn eigen taalgebruik. Ik neem plaats. Dat is geen taal, dat is louter eufemisme, dat is de taal van gerobotiseerde receptionistes, volledig geconditioneerd.

Dit alles overdacht ik terwijl ik zat op het houten stoeltje. Ergens midden in de stapel tijdschriften ontwaar ik een VN. Interessant. Maar de stapel valt vast om als ik ‘m grijp, dus grijp ik ‘m niet. Tijd verstrijkt. Mensen komen en gaan op de vier stoeltjes. Autochtoon en allochtoon, gesegregeerd door een stapeltje tijdschriften. Gebrekkige integratie, hoezeer de VN in dat stapeltje ook stukken kan schrijven over de noodzaak ervan. Geef mij er de schuld niet van, ik had er alleen maar plaatsgenomen.


Comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *