Met regelmaat tikt de regen tegen het raam van de trein. Schommelend beweegt de trein zich voort door nachtelijk Hokkaido. Als ik het beredeneer moet links ergens de Stille Oceaan liggen. Rechts, in het donker ligt Hokkaido. Af en toe stoppen we ergens. Ik ben de tel al lang kwijt geraakt. Straks zullen we wel in Hakodate aankomen.
De slaapcoupe heb ik weer even gelaten voor wat het was. Het zit er wel comfortabel, maar het is er warm. Dan maar op de gang zitten, op een klein opklapstoeltje. Norwegian Woods maar weer open slaan.
Ergens las ik dat Murakami de brug moet vormen tussen Japan en het Westen. Dat begrijp ik niet op basis van dit boek. Ja, de namen van de stations in Tokio zijn Japans. En omdat ik in Tokio stations heb gezien, weet ik van een aantal waar ze zijn. Maar maakt dat een boek Japans?
Norwegian Woods is gewoon een universeel verhaal over rouw over het verleden, over hoe het heden zich niet vormt naar je idealen en hoe het leven dan maar weer praktische oplossing vereist. Denk ik. Als ik op de trein zit heb ik nog niet gegoogled naar mogelijke andere uitleg bij het boek, nu ik dit stukje opschrijf zal ik het alsnog misschien opzoeken. Maar hoewel een mooi en tragisch verhaal – wat er zo Japans aan is kan ik niet ontdekken. Het doet aan Indignation van Roth denken.
De trein dommelt voort. De iPod is uitgespeeld. Nog een album dan, voordat ik ga slapen.
Geef een reactie