Negen maanden (2)

In de keuken bemoei ik me wat tegen de afwas aan. Zet bordjes op stapeltjes. Verzamel bestek. Van dat voorspel dat toch niks oplevert. De afwas wordt er niet kleiner van, al ziet het er wel goed uit.

Op de galerij hoor ik gerommel. Ik kijk uit het keukenraam. Twee kleuters met een kinderwagen rennen heen en weer. Ze zien mij en zwaaien. Ik zwaai terug. Dag buurtkinderen! En ze rennen weer verder.

Als ik terugkeer bij de afwas bedenk ik me dat ik mijn voortand niet draag. Ik was immers de afwas maar aan het doen, en dan is een voortand niet noodzakelijk. En dus stond ik er voor die kinderen op z’n minst vreemd op, met zo’n gat in het gebit.


Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *