De nacht telt schimmen. Zaken die tastbaar zijn, en dingen die altijd schimmig blijven. De oranje lichten beschijnen de straat. Af en toe passeert. Als altijd ruist ver weg de snelweg.
Een fietser komt aan, vanuit de stad. Langzaam nadert het lichtje. De provinciestad, die groot wil zijn, slaapt, de fietser nog niet.
Spreidt de armen. Als een vogel.
Raakt een moment de grond niet meer.
Landt.
Passeert
De nacht is weer stil. De ochtend is ongekend ver weg.
Geef een reactie