Het levert toch een bepaald soort opwinding op, de eerste dag van de Tour. Nadat de kranten al weken bol staan van de voorbereidingskoersen (Zwitserland, Dauphine) en de prestaties van alle favorieten daar, begon het zaterdag toch echt. De tourpoule staat op scherp (al had ik me wat verkeken op dat laatste klimmetje). Dus om kwart over twaalf de uitzending aangezet. Mooie plaatjes van de Franse kust. Zou ik ook nog eens naar toe moeten.
Direct vanuit de start wordt gedemarreerd. Drie renners vertrekken en al snel zijn we bij het vertrouwde beeld van een touretappe: een aantal onbekende renners vertrekt en rijdt een paar uur voor het peloton uit om een aantal kilometer voor de finish weer gegrepen te worden. Ondertussen leuteren Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot over landschap en de prestatielijst van deze onbekende renners. Een etappe in de Driedaagse van de Panne. Die laatste is ook een fameuze Teletekstkoers: een koers waarvan je alleen de uitslag langs ziet komen, maar nooit iets van op TV gezien hebt.
‘Eigenlijk is het net een soort vissen’ schreef iemand op Twitter gisteren. Lange tijd gebeurt er niets en toch gebiologeerd staren naar wat er gebeurd. De eerste etappe kijk ik vaak helemaal uit, later in de Tour ga ik wat minder fanatiek kijken. Of meer ernaast doen. Terwijl zo’n peloton door het Franse land beweegt kan je immers uitstekend de krant lezen of stapels strijk wegwerken. Want er gebeurt toch niet zoveel tot de eindsprint.
Gisteren gebeurde er wel iets. Tien kilometer voor het einde breekt het peloton door een valpartij in stukken, en ineens is het koers. Enfin, u heeft het gisteren kunnen zien. En ik ben blij dat het weer begonnen is, het jaarlijkse meditatieve wielrenspektakel af en toe onderbroken door stukjes koers.
Geef een reactie