Langzaam begint het effect van een tweede witbier me duidelijk te worden. Alles wordt losser en langzamer. Terwijl M. vertelt over negentiende-eeuwse Amerikaanse schrijvers gaat ze zitten aan een tafeltje rechtsachter op dit terras.
Ze heeft een lichte huid en is niet bijzonder mooi, misschien wat gewoontjes in haar vormen. Als ze haar kleren er niet op uit zou zoeken, zou ze niet opvallen in de stad. Ze draagt een blauw jurkje dat uit de tweedehandswinkel komt en felgekleurde sneakers. Een stapel romans, met een sticker van de bibliotheek erop. Ze pakt een opschrijfboekje uit haar tas en een rode vulpen en begint te schrijven. Een handschrift met kleine letters dat alle regels van het boekje vult. Er blijft weinig witruimte over.
Ze bestelt een cappuccino.
Ik vraag me af welk deel van ons gesprek in haar verhaal is beland. Of waar ze anders over schreef.
Geef een reactie