Aangezien ik gestrand ben in 1Q84 koop ik gewoon weer nieuwe boeken. In de ramsj kwam ik een boekje tegen dat ik eigenlijk een paar jaar terug had willen lezen. In van Abraham tot Jezebel vertelt Klaas Vansteenhuyse over archeologische vondsten die passen in het tijdsgewricht van Oude Testament (3000 v Chr. tot 600 v Chr). In hoeverre zijn de verhalen van Abraham, Mozes en David terug te vinden in opgravingen?
Eind 2009 stond ik in Beit She’an in wat nu Israel is op een heuveltop tussen de ruïnes uit de IJzertijd. Er hing een bordje met verwijzing naar Koning Saul en een verwijzing naar het Oude Testament.
Uitkijkend over de Jordaanvallei was het best voorstelbaar om op deze heuveltop te wonen en uit te kijken naar de bewegingen van de andere stammen aan de andere kant van de vallei. Je kan er tegenwoordig ook met Google Streetview rondlopen. Er liggen ook nog Romeinse en Byzantijnse ruïnes naast. En het is er lekker zonnig, handig om de februaristorm van vandaag te vergeten.
Maar zijn dat soort steenhopen nu echt terug te voeren op de verhalen uit het Oude Testament? Vansteenhuyse beschouwt het kritisch en laat zien dat er vele lacunes en tegenstrijdigheden zijn. Geschreven tekst en archeologie sluiten zelden aan. Anderzijds: door het diffuse beeld komen wel elementen van herkenning door. Onderdelen zijn herleidbaar, Een leuk boekje, en het leest in een avond uit. Kaart en beeldmateriaal zou beter kunnen, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in oude geschiedenissen een leuke aanwinst.
Geef een reactie