Tja, het is wel Paul Auster. Na het overgecompliceerde en veel te dikke 4321 weer een nieuw boek kopen? De roman 4321 heb ik in de weggeefkast bij de supermarkt gezet als een dikke tegenvaller. Maar klassiekers als the New York Trilogy en Muziek van het Toeval worden komen terug onder tag Paul Auster. NRC schreef een positieve recensie over de nieuw roman Baumgartner dus ging ik zaterdag naar de lokale boekhandel. Terwijl ik ronddraalde tussen de stapels stond er permanent een rij van 4 kopers voor de kassa. Er zijn nog gemeenschappen waar boeken gekocht worden! Of ze gelezen worden, of daarna in het weggeefschap van de supermarkt belanden, is een tweede.
Baumgartner dan. De eerste pagina’s laten meteen zien wat Auster nog altijd kan. In een paar krachtige zinnen een scene neerzetten, een telefoon over laten gaan, iemand de trap af laten rennen, die dan vervolgens ontdekt dat het pannetje drooggekookt op het vuur staat en dan gaat kort daarop ook de deurbel. Typisch Auster is het een raamvertelling met verhalen in verhalen.
(In een ander boek eindigt een hoofdpersoon in een kuil, om vervolgens 50 pagina’s later daar nog steeds in te zitten, einde plotlijn. De persoon bestaat immers alleen op papier, dus kan zonder honger of dorst in een kuil zitten).
Verhalen in verhalen, maar toch is er vooral veel terugblikken en raakt zo halverwege het boek de dynamiek uit het verhaal. Het ontbreekt aan een hoofdpersoon die iets moet. Misschen hoort dat bij 71 zijn, zoals de hoofdpersoon uit dit boek. Het helpt misschien ook niet dat ik het boek probeerde te lezen onder invloed van corona. Pas richting het einde ontstaat er weer wat vaart in het boek, maar dan ben je 30 pagina’s van de achterflap.
Geef een reactie