Dat ze teruggaan naar hun dorpen en dan thuis zullen werken zeggen twee dames met laptoptassen die voor me door de grote draaideur gaan tegen elkaar.
Een frisse lentedag wacht buiten. Het is half twaalf, bijna middag, laat ik hier iets te eten halen, dat is beter dan aan de weg.
Er moet hier vast een bakker zijn maar in de eerste straten tref ik enkel oneetbare producten. Er is een chocolatier maar artistiek opgezette bonbons en patisserie gaan me te ver. Een wijnhandel, een notenzaak. Ik kom een steeg uit en herken de naam van een boekhandel op de hoek. Ik kom voor brood, niet voor letters, al is het idee om even naar binnen te stappen nooit ver weg.
Een knappe muurschildering op een blinde gevel. Met in het midden een QR-code. Dat lijkt me een manier om aandacht te krijgen. Publiek fotografeert de schildering voor hun instagram en klikt per abuis de link aan. Of je nu complotten, malware of ordinaire reclame wil verspreiden, het lijkt me een prima manier om de nieuwsgierigheid van de voorbijgangers te gebruiken.
Een man van de reiniging rijdt op een elektrisch karretje voor de kathedraal. Ik loop zijn tempo en even snel. Toeristen krijgen ergens uitleg over. In de hoofdstraat is keuze tussen Bakker Bart of de lokale variant.
Een moeder met een peuter zit binnen. De peuter heeft een croissantje en benoemt wat er gebeurt. Broodje. Kaas. Ei. Dat broodje koop ik. Tomaat, sla en saus er bovenop. Oneetbaar zonder vieze handen te krijgen maar dat ontdek ik later pas.
Geef een reactie