Ooit las ik Het Proces van Kafka niet uit. Maar dat is voldoende om te weten hoe de uitzichtloosheid en versnipperde stukjes informatie in die roman werken.
Ook bij Let op mijn woorden van Griet op de Beeck had ik de neiging het weg te leggen. We maken kennis met de 16-jarige Lise die opgroeit in een familie waar iedereen op z’n eigen wijze ongelukkig is. Haar middelbare schooltijd strekt zich nog jaren voor zich uit en we gaan langzaam langs familiescenes en een verboden relatie met een leraar wiskunde.
Op de Beeck kan ze wel schrijven, dat soort scenes. Maar met mooie zinnen en goed opgebouwde scenes strooien is niet voldoende om je aan het lezen te houden.
Terwijl ik niet wist wat ik er mee moest, las ik, wachtend op de oven, een recensie. Spoilers? Misschien, maar het helpt wel anders naar het boek te kijken.
Dit is dus een komedie? Wel, dan wel een zwarte.
Dit is dus show, don’t tell? Dat klopt wel.
En laat samen met je hoofdpersoon, de lezer ook lijden.
Een hoofdpersoon zonder eigen zingeving – of kleiner gesteld – hobby’s in het leven komt me ongeloofwaardig over. In het tweede deel, tien jaar later, gaat het over werken, slapen en eten. Of eigenlijk te weinig eten, want de hoofdpersoon ontwikkelt een eetstoornis en we gaan als lezers mee naar de rand van het ravijn. Wat Lise vindt van de opera die ze bezoekt blijft onbenoemd. Nu hoef je daar van mij ook geen mening over te hebben, maar de leegte voelt kunstmatig.
Misschien is dat mijn proces. Inzien dat leegte een bestaand risico is. Iets dat, zoals verveling, mij niet zo snel zal overkomen, maar voor anderen een reële optie is.
Update, twee dagen later. In NRC wordt het nieuwste boek van Op de Beeck besproken.
Op de Beeck had een vreselijke start in het leven en die start duurde tot rond haar veertigste. Haar vader reed tijdens het auto-ongeluk waarbij zijn eerste vrouw overleed. Op de Beeck, dochter uit zijn tweede huwelijk, kende hem als een alcoholist die ze ‘moest laten doen wat hij moest doen, met mij’. Op de Beecks moeder had onvoorspelbare woedeaanvallen en dreigde regelmatig met zelfmoord. Op de Beecks oudste zus werd in de familie doodgezwegen toen ze (eerder dan Griet) vertelde dat haar vader haar misbruikt had. Eenmaal het huis uit zocht Op de Beeck zelfvertrouwen in relaties met mannen die haar kleineerden. Kreeg een eetstoornis.
Bovenstaand citaat. Dat is grofweg de levensloop van onze hoofdpersoon. Hebben we weer naar een autobiografie van de schrijver gekeken?
Geef een reactie