• Zomerlezen (editie 2025)

    Mickey7 van schrijver Edward Ashton stuurt ons naar de verre toekomst. De mensheid waaiert langzaam uit over het universum, maar van een leien dakje gaat dat niet. Werelden liggen ver uit elkaar en op de gok worden kolonieschepen gestuurd naar werelden die enigszins bewoonbaar lijken. In zo’n geval is het handig om bemanningsleden aan boord van je ruimteschip te hebben die wat risico’s kunnen nemen.

    Daar is Mickey: een Vervangbare. Als hij komt te overlijden, kunnen ze binnen enkele uren weer een functionerende kloon van hem hebben, inclusief herinneringen, die hij kan uploaden. Dat idee wordt door de schrijver uitgewerkt: want Mickey is zowel sterfelijk als onsterfelijk door deze technologie. De kolonie waar Mickey woont en werkt bevindt zich in een lastige opstartsituatie. De zevende incarnatie van Mickey (Mickey7) wordt te vroeg afgeschreven en Mickey8 wordt al gemaakt. Dit zorgt voor een situatie waarin er twee Mickey’s zijn, iets wat strikt verboden is.

    Dat is het startpunt voor een vlot lezende sf-roman met interessante ideeën en een matig plot. Prima voor op het terras tijdens een siesta.

    ____

  • Ik heb er nog altijd zin in

    Wel, ik ga even mee, dacht ik de laatste tijd een paar keer.

    Via de blog 82mhz kwam ik het initiatief tegen voor de ‘Old Computer Challenge 2025‘. Kort gezegd: doe iets met een oude computer, want je kan daar nog best iets mee.

    Enfin, ik schrijf dit stukje nu op een emulator: een internetversie van mijn computer uit de jaren ’90. Tekstverwerken kan immers in allerlei vormen. De emulator start sneller op dan mijn oude computer ooit deed, al voelt een scherm nogal klein aan. Om te zorgen dat ik het dan straks weer kan gebruiken, maak ik gebruik van een teksteditor, en schrijf mijn verhaal weer in Markdown, een opmaaktaal die nog bedacht moest worden toen de software al geschreven was. Emulators zijn prima startpunten voor anachronismen.

    Vorige week kwam in het nieuws dat de ondersteuning voor Firewire komt te vervallen in MacOS, de kabel waarmee je je iPod kon koppelen aan je computer. De orginele post over het kopen van die iPod staat nog op dit weblog.

    En eerder deze week kwam er een fantastisch essay langs over het Control Panel; de manier waarop je op de Mac (vroeger) je instellingen kon beheren. Het is tegelijkertijd een prachtige reis door de tijd en laat zien hoe interfaces zich ontwikkelen, en anderzijds laat het ook zien hoeveel dingen hetzelfde zijn gebleven en hoe langzaam veranderingen gaan.

    Een tijdje met een emulator spelen laat ook zien hoeveel dingen tussen midden jaren 90 en nu stapsgewijs zijn toegevoegd, en in je spiergeheugen zijn opgenomen. Dat je je muis vast moest houden om een menu te gebruiken. Sneltoetsen zijn zelden veranderd, maar ze zijn wel toegevoegd.

    ____

  • Reïncarnatie

    Aan de entree hing een luifel. Een eerder leven was zichtbaar – en te versterken.

    ____

  • De mens en de zee

    ____

  • Andermans rituelen

    Onderweg naar Frankrijk maken we een tussenstop in Ieper. Daar bezoeken we ook het dagelijks herinneren van de Eerste Wereldoorlog: het spelen van de Last Post.

    Er is een grote menigte op af gekomen. Veel Britten, ook schoolklassen. Een jongen loopt met een t-shirt van Kid A. Goed album, waarschijnlijk was je niet geboren toen dat uitkwam.

    Veel Britten, want het is ook een monument voor de vermisten van het Gemenebest die in deze regio zijn gesneuveld. Alleen al ruim 50.000 vermisten; laat staan het aantal gesneuvelden met graf.

    Toch is het vooral alsof je bij andermans ceremonie staat te kijken, zonder inlezen is het lastig precies te begrijpen.

    Fediverse Reacties
    No comments on Andermans rituelen

    ____

  • Het plot op de tweede plaats

    Ergens in Miniapolis laat Rob van Essen zijn hoofdpersoon commentaar geven op de detectiveromans die hij graag leest: ‘Een goede politieserie is geen puzzel. Bij een goede serie komt het plot op de tweede plaats, bijna als een noodzakelijk kwaad, zou je kunnen zeggen’. Dat zou je ook kunnen zeggen over dit boek van Rob van Essen. Er zit een plot in, er zit een puzzel in, maar het gaat mij om de sfeer.

    Bij NRC delen ze tegenwoordig gratis e-books uit. De meeste download ik en gooi ze op de digitale stapel. Nu las ik er eens eentje, ook na het succes van Ik kom hier nog op terug.

    We maken kennis met Wildervanck en Scherpenzeel. Wildervanck werkt op het bijkantoor. Op een dag verplaatst het kantoor naar een nieuwe locatie, precies onder zijn appartement. Wildervanck mist zijn dagelijkse fietstochtjes en besluit dan zelf maar even te fietsen voordat de dag begint. Deze tochtjes lopen wat uit de hand: ze worden iedere dag langer. Zijn nieuwe kantoorgenoot Scherpenzeel besluit hem te volgen, ingegeven door mysterieuze briefjes die hij in z’n nieuwe appartement vindt. Parallel aan het verhaal van Wildervanck en Scherpenzeel is er het verhaal van Jonathan en zijn moeder; als daklozen op zoek naar een verleden dat misschien wel en misschien niet bestaat. De twee verhalen raken elkaar meermaals.

    Dat is een samenvatting in één alinea van een complexer verhaal waarin geen mus van het dak valt zonder betekenis. Of zo schijnt het.

    Onder de twee kabbelende verhalen zitten diepere vragen over ergens bijhoren, over overleden ouders en de relatie tussen kinderen en ouders.

    Kabbelende verhalen? Gelukkig ontspoort het verhaal richting het einde.

    Een belangrijk deel van het boek speelt zich af in een naamloze grote Europese stad en er wordt fijn veel ruimte genomen om de stad te beschrijven. Zoals ik al aanhaalde: het plot op de tweede plaats.

    Tegelijkertijd was die vermoeide stad nooit af, ze bleef zich maar inspannen, altijd werd er wel weer iets gesloopt, gebouwd, hersteld, altijd was er wel een verkeersader opgebroken, een bouwplaats afgezet. Wanneer hij met zijn fiets door de ochtendstraten reed, kon hij goedkeurend kijken naar de mannen van de stadsreiniging die met hun kleine voertuigen straten en pleinen schoonspoten, maar het zou pas echt werken als er geen nieuw vuil zou bijkomen, als alles nu eens zou blijven zoals het was. Al jaren wilde Wildervanck dat de stad verdomme eens een keer af zou zijn, klaar, voltooid, af. Als je aan een stad dacht, of iets over een stad las, zag je een statische eenheid voor je, maar dat was schijn, alles was een momentopname, alleen voor de eendagsvlieg was de stad statisch, en dan nog moest-ie niet al te goed om zich heen kijken.

    Fediverse Reacties
    No comments on Het plot op de tweede plaats

    ____

  • Cureren

    Enfin, in datzelfde museum kom je bij de uitgang altijd langs de museumwinkel. R. stelde ooit de museuwinkel leuker te vinden dan het museum, en daar herken ik wel iets in. De museumwinkel heeft mooi uitgespreide hebberigheidjes.

    Er staat deze mooie houder voor kunstkaarten te koop. Ik maak een foto, want dit zou ik zelf ook kunnen maken, met een zaagsnede van 10º op de cirkelzaag en wat afwerking met de freesmachine. Op de lijst met duizend ideeën voor houtbewerking.

    Ook zijn er mooie notitieblokken, alles net zo strak en minimaal vormgegeven als het museum zelf. Alsof je zo iets mee kan nemen van de magie, van de afwijkende, zorgvuldige gecureerde plek die het museum is. Terwijl je diep in je hart ook weet dat er straks buiten gewoon weer de rommelige wereld is, waar troep zich verzameld en slijtage langzaam alles opeet.

    In mijn tas zit al een notitieblok, dit keer uit de upcycle winkel van NS. Ondertussen schrijf ik het grootste deel van mijn notities digitaal. Het kost één tot twee jaar om een boekje vol te schrijven, terwijl het aanbod van mooie boekjes veel groter is. Het minimalisme van digitale notities in Obsidian is mooi, maar soms zou je ook willen dat je zoiets fysiek beet kon pakken

    Buiten de museumwinkel wacht de tram, de hittegolf en gezinnen die bij het buitenzwembad zijn geweest.

    Fediverse Reacties
    No comments on Cureren

    ____

*****