Als ik de tunnel onder de sporen in duik zie ik in de verte het type trein staan dat ik wil hebben. Bij het bord met de vertrektijden blijkt die trein vertrokken. Over 29 minuten vertrekt de volgende.
De patatzaak op het station dan maar. Het wordt al later. Half acht thuis eten of toch hier vast de tijd doden met een patatje. De Smullers introduceert een krulvormig patatje en ik laat mij overhalen er één te bestellen en twintig cent meer te bestellen voor friet met paprikapoeder. In de wachtrij bestelt een NS-medewerker een patat oorlog. Haar dienst is nog lang.
De trein komt al binnen rijden als ik nog eet en het personeel heeft nu een kwartier de tijd om hier kop te maken. Het leeg bakje friet gaat de prullenbak in en ik ga in de trein zitten. Er zitten al wat andere mensen. Twee nette dames met elektrische fietsen.
Dan valt me op dat op het bankje aan de andere kant van het gangpad een man slaapt. In foetushouding ligt hij, schoenen uitgedaan, over twee stoelen heen, volkomen buiten westen. Zwarte kleren, verfrommeld hoofd, twee gekleurde Nikes, schoenen half uit. Een mens in diepe slaap heeft iets dierlijks.
We vertrekken en de nette dames met de elektrische fietsen stappen bij de eerste halte uit. We zijn iets voorbij de tweede halte als onze bankslaper wakker wordt. Hij vraagt waar we zijn, tamelijk gedesoriënteerd in het Engels, en snel wordt hem duidelijk dat hij nu weer terugreist. In Zwolle had hij over willen stappen naar Coevorden, maar ondertussen reizen we naar het westen.
Plan uw reis in de app, zegt NS op elk station, maar deze man is de enige die niet direct zijn telefoon grijpt.
Nog een geluk dat hij in dit treinstel in slaap is gevallen. Het andere treinstel is in Zwolle achtergebleven en nu waarschijnlijk afgerangeerd.
Bij station N. stapt hij uit, groetend, om nu alsnog naar Coevorden te reizen. Op het andere perron komt de tegemoetkomende trein net binnenrijden, maar of hij al wakker genoeg is om er direct in te springen zie ik niet meer.