De neonkleurige cover van de eenenzestigste druk van Tommy Wieringa’s succesroman Joe Speedboot staarde me aan in een buurtbieb. De actie Heel Nederland Leest heeft er voor gezorgd dat er vele duizenden exemplaren door het land zwerven.
Na De Heilige Rita las ik dus ook dit werk. Net als de Heilige Rita is het te typeren als een ‘streek’-roman, dat wil zeggen, een roman die nadrukkelijk gaat over de verhouding tussen de hoofdpersoon, het dorp van afkomst en de wijde wereld. Waarbij het dorp nogal een calimero-gevoel heeft. De Lomark, zoals het daar heet, heeft de kenmerken van het rivierengebied, richting de Duitse grens. Als lezer beeld ik me de streek rond Zevenaar in (De Liemers)
We maken kennis met hoofdpersoon Fransje Hermans, die na een ongeluk deels verlamd is en zich in een rolstoel verplaatst. De situatie maakt hem in veel gevallen een observator met een behoorlijk sarcastische stem. Een van zijn vrienden is een nieuwe dorpsbewoner die zich voorstelt als Joe Speedboot. Heet hij echt zo? Hij zegt ieder geval dat het zijn naam is. Speedboot is een creatieve geest en zo komt er voorzichtig vaart in het boek, al wil het nooit echt een avonturenroman worden, omdat de afstand tussen Fransje en Joe te groot blijft en Joe ook een raadsel blijft.
Dit boek las ik op een slakkentempo (iedere avond drie pagina’s). Misschien is het beter om het snel te lezen. De Heilige Rita vond ik een beter boek, daar lijkt iets meer noodzaak in de personages te zijn.
In mijn exemplaar zit een post-it met bevindingen van de vorige lezer. Ik zal mijn kernwoorden toevoegen en het boek weer in circulatie brengen.