• Joe Speedboot

    De neonkleurige cover van de eenenzestigste druk van Tommy Wieringa’s succesroman Joe Speedboot staarde me aan in een buurtbieb. De actie Heel Nederland Leest heeft er voor gezorgd dat er vele duizenden exemplaren door het land zwerven.

    Na De Heilige Rita las ik dus ook dit werk. Net als de Heilige Rita is het te typeren als een ‘streek’-roman, dat wil zeggen, een roman die nadrukkelijk gaat over de verhouding tussen de hoofdpersoon, het dorp van afkomst en de wijde wereld. Waarbij het dorp nogal een calimero-gevoel heeft. De Lomark, zoals het daar heet, heeft de kenmerken van het rivierengebied, richting de Duitse grens. Als lezer beeld ik me de streek rond Zevenaar in (De Liemers)

    We maken kennis met hoofdpersoon Fransje Hermans, die na een ongeluk deels verlamd is en zich in een rolstoel verplaatst. De situatie maakt hem in veel gevallen een observator met een behoorlijk sarcastische stem. Een van zijn vrienden is een nieuwe dorpsbewoner die zich voorstelt als Joe Speedboot. Heet hij echt zo? Hij zegt ieder geval dat het zijn naam is. Speedboot is een creatieve geest en zo komt er voorzichtig vaart in het boek, al wil het nooit echt een avonturenroman worden, omdat de afstand tussen Fransje en Joe te groot blijft en Joe ook een raadsel blijft.

    Dit boek las ik op een slakkentempo (iedere avond drie pagina’s). Misschien is het beter om het snel te lezen. De Heilige Rita vond ik een beter boek, daar lijkt iets meer noodzaak in de personages te zijn.

    In mijn exemplaar zit een post-it met bevindingen van de vorige lezer. Ik zal mijn kernwoorden toevoegen en het boek weer in circulatie brengen.

    ____

  • Rondje Haarlemmermeer (review)

    Na het bezoek aan Cruquius afgelopen maart bedacht ik dat ik maar eens een rondje Haarlemmermeer moest fietsen. Voor fietsers uit Haarlem of Amsterdam een bekend rondje, voor mij nieuw terrein.

    Het vraagt wat overtuigingskracht om mensen in de intercity plek te doen maken voor een fiets op de daartoe bestemde plek. Wat dat aangaat zijn sprinters beter om je fiets in te vervoeren.

    Het rondje Haarlemmermeer is een divers rondje. Bij Halfweg (nooit eerder uitgestapt) liggen bedrijven en een outletcentrum naast doorgaande wegen. Het is een vol landschap; nauwelijks gelegenheid tot een sanitaire stop in een bosje.

    Bij het Theehuis Cruquius zit ik even. Een dame heeft een tafel verderop afgesproken met een vriendin en vertelt openhartig over haar vakantie in Denemarken, een cruise die ze op het oog heeft, pillen en het bezoek aan de huisarts. Heemstede-Aerdenhout is hier om de hoek.

    De bollendorpen Hillegom en Lisse zijn groot. Het landschap wordt leger, minder gevuld. In de polder herken ik de Piekberging Haarlemmermeer, dat ik op de kaart heb gezien. Bij hoog water kan hier extra water worden opgeslagen. Achterliggende jaren reed ik regelmatig over de A44; nu fiets ik er eens onderdoor.

    Ineens is daar de zuidpunt. Het dorp Kaag en wijdse uitzichten. Is er dan helemaal niets? Nee, uiteraard staat er een bordje met streekinformatie. Ter plekke is een muntschat van de Romeinen gevonden. Die Romeinen kwamen ook overal.

    De ringdijk loopt rond en het domein van de watersporter start bij Rijsenhout en Aalsmeer. De massa’s distributiecentra rondom Schiphol zijn lang nauwelijks zichtbaar. Pas bij Schiphol-Oost dringt het beton zich op. Het fietspad loopt niet langer langs de vaart, maar de fietser wordt gedwongen over te steken.

    Ik besluit af te steken via het Amsterdamse Bos naar Amsterdam. Voor het eerst in minimaal tien jaar dat ik in het Amsterdamse Bos kom. Mooi park. Afgelopen week had ik een gesprekje met iemand over aangelegde natuur. De ander sprak daarbij bewondering uit voor de bossen bij Zeewolde in Flevoland (Horsterwold). Na bijna 100 jaar is het werkverschaffingsproject Amsterdamse Bos uitgegroeid tot een volwassen en groot stadspark; laat ik hopen dat Zeewolde over 60 jaar ook zo bewonderd wordt.

    In Buitenveldert fietst een tiener ingewikkeld op een fatbike, alsof het een BMX is. Ik vraag of z’n accu kapot is, maar die blijkt gestolen. Gevaarlijke stad, Amsterdam.

    Haarlemmermeer, circa 1940, via Topotijdreis.

    ____

  • Backspace met een krabbertje

    Centraal Station op een zonnige dag, vanuit het perspectief van de verdieping, toont wel als de render die vast getoond werd bij de verbouwing. Glazen overkapping. Torens op de achtergrond. Mooie mensen in zomerse kleding. Trams die rustig binnen schuiven. De Haagse oude mokka-rode trams detoneren nog wel met het ideaal van de render.

    Verderop wordt een plek uitgewist. Met een schraper wist een man de letters van de verdiepingshoge ramen die aankondigen dat daar een Stationshuiskamer was. Hoewel ik het handig vind, een plek op het stations waar je even kan verblijven, vinden blijkbaar te weinig anderen dat.

    Het zijn plekken waar je binnen kan komen, zonder verplichtingen koffie kan drinken, en blanco weer kan vertrekken.

    De ruimte wordt weer blanco, casco. Alle koffiegesprekken weer vergeten.

    ____

  • U bevindt zich hier

    In de informatiesamenleving is de vraag: hoe krijgen we de relevante informatie bij de mensen? Anders zitten ze immers de hele dag op hun telefoon te kijken naar filmpjes van laminaat leggende experts, zoals ik vandaag zag.

    In München zag ik deze oplossing op een metrokaart: een fysieke punaise.

    Bij de punaise stel ik me zo voor dat het ontstaan op het kantoor van het lokaal vervoersbedrijf, in ruimtes gevuld met paperassen en paperclips. Iemand begon punaises op de kaart toe te voegen en een oplossing was geboren.

    Kleurrijk station ook achter de punaise.

    Georg Brauchle Ring.

    ____

  • Tomaten, uien of knoflook

    Tomaten, uien of knoflook. Na de groenten door naar het volgende deel van de supermarkt. Iets verderop schreeuwt een jongetje door merg en been.

    Houd je mond, denk ik, maar de gedachte verandert niets aan z’n gedrag.

    Houd alsjeblief je mond, maar het geluid schelmt nog langs de vegaburgers en in plastic verpakte maaltijdsalades.

    Misschien moet ik maar wat begrip opbrengen, omdat ik de situatie niet kan beoordelen, en ik moet terugdenken aan een scene uit Kleine Overwinningen van Yvon Roy, waarin vader Marc zijn zoon Olivier tegen de grond werkt terwijl zoon een woedeaanval krijgt in een winkel. In deze graphic novel volgende we de levens van vader en zoon. Al in het begin blijkt de zoon autisme te hebben, en scheidden vader en moeder. We volgen hoe vader met kleine stappen beter leert leven met het autisme van zijn zoon. Een hoopvol boek.

    ____

  • Voordeuren

    Vanochtend mocht ik een rondje folders rondbrengen. Noem het vrijwilligerswerk, briefjes van het lokale collectief rondbrengen, maar het is nauwelijks werk te noemen bij stralende zon en zaterdagochtend.

    Het interessante aan zo’n rondje door bekende straten is dat het toch weer onbekende straten blijken. Als je bij mensen van de stoep afkomt en doorloopt naar de voordeur, waar in de meeste gevallen een brievenbus zit, zie je toch weer nieuwe dingen.

    Waslijnen geveltuintjes warmtepompen.

    En alle modellen brievenbussen die buiten het huis hangen, van houten hokjes tot designobjecten, en uiteraard die grachtengroene plastic variant.

    ____

  • Letters op vrijdag (4)

    Voor nu de laatste?

    Nu maar eens kijken of dit bevalt

    Als bonus mijn favoriet uit de serie van twee kanten

    ____

*****