Nadat hij gezien had hoe eenvoudig het is om beroemd te worden, besloot de jongen met het bleke gezicht en het lange sluike zwarte haar om dat ook maar eens te proberen. Hij zou de truc iets aanpassen – hij kon toch geen piano spelen.
Hij koos een dik rood boek uit de boekenkast. Waarschijnlijk had zijn vader Mao nooit bij het oud papier gezet. Bij het grof vuil vond hij een zwarte overjas, die iets te groot was. Hij trok de plunje aan en de wereld in. Op het plaatselijke station oefende hij zijn act. Hij zat in kleermakerszit tussen de krioelende massa’s. Toen er een dubbeldekker arriveerde, stapte hij in.
Aangekomen in de grote stad, stapte hij uit. Even keek hij verward rond, gedesorienteerd. Toen ging hij zitten, las, en voelde dat hij bekeken werd door de passanten.
Zijn eerste stap naar roem was gezet.
Geef een reactie