Ze rent over het perron. De fluit gaat. Haar tas valt uit haar hand, smakt tegen de stenen. De deuren sluiten nog voor ze de tas heeft opgeraapt. Verdwaasd doet ze een paar stappen, niet wetend waar ze heen moet, nu de trein voor haar wegrijdt.
Een conduc prevelt wat bemoedigende woorden, maar dat is het laatste waar ze behoefte aan heeft. Met meer kracht dan normaal laat ze zich tegen een pilaar aan glijden, omdaar tegen te leunen in het lege kwartier wat haar wacht. De eerste regendruppels slaan tegen de ruiten.
Geef een reactie