Het slecht verlichte fietspad, tien over zeven ’s ochtends. De kilometer onder de bomen, en voor je rijden altijd een paar fietsers; het is nog net geen colonne. Op het pad lopen ook een paar voetgangers, weet je uit ervaring. Geen draagt een lamp. Het zijn donkere objecten, daar rij je zo tegenop als je niet uitkijkt. De man rookte die sigaret vast om de verkeersveiligheid te vergroten.
*
Het meisje met de minirok staat bij haar scooter. Ze frut wat met haar helm. Na een paar minuten pielen doet ze de opbergbak van de scooter en vist er een regenbroek uit. Snel – niemand, bijna niemand kijkt – stapt ze in de regenbroek, trekt het ding omhoog en stapt op de scooter.
Geef een reactie