Donderdagavond wandelen we door de straten van Zuid. Anneke heeft daar vorige week een stukje over geschreven en dat ga ik nu ook doen. We zijn op weg naar de snackbar want van koken komt het niet op dit uur. Er hangen bordjes die vertellen dat je vuilniszakken niet op straat mag zetten behalve op de dag dat de wagen komt. Gekleurde lichten komen uit een bruin café. Ik vergeet te kijken of ze asbakken op tafel hebben staan.
Om de hoek zit Snackbar Atoom. Hemelwit TL-licht straalt naar buiten. Ze hebben loempia’s en patat en kroketten, om mee te nemen. Alstublieft, ja, sambal erbij. Terwijl we wachten prik ik een paar plaatjes met de telefoon om vast te leggen wat alleen hier nog kan bestaan. De blauwverkleurde foto’s van menu’s. De twijfelachtigheid van wat achter de toonbank ligt te wachten om ooit opgegeten te worden. De schrootjes aan het plafond, de stoeltjes waar je net aan op blijft zitten. Naar achter, in deze ruimte die men een pijpenla noemt, nog een aantal zitjes op een verhoging. Gratis krantjes zwerven op de tafeltjes.
Thuis smaakt de patat uitstekend. Ze moeten nooit verdwijnen, dit soort zaakjes.
Geef een reactie