Door de kleine stad lopen we. Het is druilerig weer, vrijwel donker en februari, en we zijn hier eigenlijk onbekenden. Maar aangezien de stad klein is moet het ons lukken een plek te vinden om iets te eten, na een lange reis hierheen met zes telefoontjes, en een condoleance. Bij een parkeerplaats staat nog een bord met historische informatie maar de borden die ons naar de hoofdstraat wijzen zijn interessanter.
Een korte steeg brengt ons naar een kerkgebouw, dat niet meer als zodanig in gebruik is, maar waar nu een restaurant zit. De logo’s van Lekker Eten en andere keurmerken staren ons aan. Als we hier dan toch zijn, dan maar goed eten, zeggen we tegen elkaar, en we stappen naar binnen.
De zaak is nog leeg, pas één tafel is bezet. Maar zodra ik binnenkom weet ik al dat dit lastig wordt. Er hangen roze ballonnen. Valentijnsdag. Totaal vergeten. Ook in deze regenachtige stad zoeken de mensen romantiek.
Nooit geschoten is altijd mis, dus ik vraag aan de medewerker of er plek is voor drie personen, en vertel direct dat ik geen reservering heb.
Zelden keek iemand verbaasder, zelden was iemand meer stupéfait, dan hier naar aanleiding van mijn vraag. Het gezicht sprak boekdelen. Hoe kwam ik bij de gedachte, bij de verwachting, dat er mogelijk nog plaats was. Niet dat we uitspreken wat ons gezicht zegt. Zakelijk en zuiver zegt ze drie lange seconden later dat helaas alle plekken bezet zijn vanavond.
Geef een reactie