Hoe ik een statistiek werd

Op het perron van een middelgrote, gelovige stad in Holland. Het is zondagavond en intercity’s razen langs. Het bankje is koud, mijn winterjas warm. Drie heren stappen op mij af.

‘Mogen wij u iets vragen?’

‘Jahoor’

‘Waar denkt u aan bij het woord kerk’

‘Ehm… een gebouw.’

‘En heeft u positieve of negatieve gevoelens bij de kerk’

Ik vreesde dat er een evangelisatiegesprek zou volgen. Niet dat ik daar een hekel aan heb, maar het levert meestal zo weinig op, iets dat toch teleurstellend is.

Dat was het niet. Mijn antwoorden werden gestaafd in een PDA, om gebruikt te worden in de lokale kerk. Gereduceerd tot een statistiek. Daar doe je het voor; een plaatsje in de statistiek geeft toch een zekere eeuwigheidswaarde.


Comments

2 reacties op “Hoe ik een statistiek werd”

  1. Zo had ik gisteren een politie-agent aan de deur. Of ik me veilig voelde in onze buurt. Zeer veilig. Very good, zei hij. En nog een heleboel vragen. Wat er veranderd zou kunnen worden aan de regulations. Ik zei dat ik wilde dat ik twee kanten op mocht fietsen in onze eenrichtingsverkeerstraat. Nou, dat vond hij maar raar.

  2. eeuwigheidswaarde? zolang het maar geen peilingen voor de verkiezingen zijn ๐Ÿ™‚

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *