De sporthal wordt gesloopt. De boel gaat tegen de vlakte. Na twee dagen fiets ik langs en zie ik hoe het stalen skelet half ontmanteld staat. Een van de baskets hangt nog, half verzakt aan waar een muur was. Alsof de slopers het nog een nacht wilden laten hangen, als icoon van de jaren, van de punten die er gemaakt werden, van de wedstrijden verloren en gewonnen en van de zinloze trainingen. De vergankelijkheid hangt daar, denk ik terwijl ik de sporthal passeer.
(Terwijl de slopers vermoedelijk gewoon naar huis wilden)
Geef een reactie