De hongerklop

Cyriel vroeg naar gedenkwaardige (fiets)tochten. Nu ben ik geen wielrenner (alleen maar toeschouwer), dus zoveel tochten zijn dat niet. Op een mooie zomerdag wil ik nog wel een fietstochtje maken, maar verder dan 50 kilometer geraak ik meestal niet.

Ik zou kunnen vertellen van hardlooptochten, en hoe je die gedenkwaardig maakt. Dat wellicht een ander keer. Mijn oom en tante wonen in de polder, hemelsbreed zo’n 15 kilometer weg. Afgelopen zomer was er een verjaardag op een zondagmiddag. Op de kaart puzzelde ik een leuke route uit. In één slag naar de rivier, dan over de dijk om het pontje te nemen in plaats van de brug, dan terug aan de andere kant van de rivier, en tot slot richting de komgronden. Daarbij had ik over het hoofd gezien dat er:

1. een straffe Oostenwind stond;

2. ik enkel een stadsfietsje heb

3. er in die gereformeerde streken op zondag natuurlijk geen snackbar open is.

Achteraf is een beetje lijden alleen maar glorieus, maar amaaj, wat was ik blij dat ik op die verjaardag een groot stuk taart kon eten.


Comments

5 reacties op “De hongerklop”

  1. Je bent pas een wielrenner als je een hongerklop hebt gehad, dus je bent nu toch een beetje wielrenner.

    Man man, er is echt niks ergers dan een hongerklop.

  2. Een stuk maakt een hoop goed.

  3. Taart, bedoel ik dan. 😉

  4. Ben maar blij dat het pontje nog wel over ging 😉

  5. amaaj 🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *