Ze vertelde een verhaal over een rit naar het zuiden van Frankrijk. Verhalen daarover zijn veel verkrijgbaar deze weken. Ze kwam op de périphérique. Het was druk, het was hondenweer, er was een spervuur aan afslagen en de Fransen lieten haar er niet tussen. Met veel schelden was ze heelhuids thuisgekomen.
Het gesprek sprong over op een ander onderwerp, zoals dat gaat met gesprekken.
Van de week passeerde ik het Prins Clausplein. Vier lagen beton en fly-overs. Het verhaal over de périphérique schoot me weer te binnen. Eigenlijk zou ik het op moeten schrijven en aan moeten dikken. Een horrorverhaal op de périphérique, waar het motto is – Hotel California – you can check out anytime you like, but you can never leave. De elementen voor de sfeer had ik al: regen, zenuwachtig rijdende Fransen die geen ruimte geven waardoor je de juiste afslag mist maar beland op een eeuwigdurende rondweg, vloeken en schelden. Wellicht zou ik een verbinding moeten maken met de route die de périphérique volgt. Dat is de voormalige stadsmuur van Parijs. Daar zal wel eens een leger zijn gesneuveld, en wat doet het beter in het horrorgenre dan rusteloos dolende geesten?
Het verhaal heb ik niet geschreven. Horror is niet mijn genre.
Geef een reactie