In de trein (58)

Drenthe. Landschap trekt door de ramen voorbij al is het niet bijster indrukwekkend. Gewoon platland met wat bomen en boerderijen. Af en toe een plaatsje waar dan de trein stopt en weer optrekt.

Bij een van de stations komt een groepje jongeren binnen (of hoe moet je mensen noemen die net een paar jaar jonger zijn dan jezelf maar duidelijk geen kinderen meer. Ik dacht aan het woord youngsters, maar ja, dat is weer Engels.). Ze spreken het weekend door. Een verjaardag van de jongen. Zijn cadeaus. Alcohol, geld en gereedschap.

Het meisje wijst uit het raam. ‘Oh, kijk, die toren daar, is bijna af!’

Een toren? Ik zie niks. Ik kom uit de Randstad, ik word pas wakker bij 60 meter. Maar hier is echt niets te zien, dat vinden ook haar medereisgenoten. Ja toch, er wordt daar een uitkijktoren opgebouwd, door ditendat bouwbedrijf, daar fietst ze langs. Tussen de maisvelden staat inderdaad een stalen geraamte. Acht meter? Maximaal. Het zou bij mij geen toren heten. Maar ja. Ik kom uit de Randstad.


Comments

8 reacties op “In de trein (58)”

  1. In de paar maanden dat ik in R’dam woon is de skyline al meerdere malen veranderd. Door torens die vaak nog wel hoger zijn dan 60 meter. Acht meter… Waar hebben we het over? 🙂

  2. Ja die gekke achterlijke boertjes toch, hè?
    Nee, dan wij wereldwijze kosmopolieten uit de Randstad!
    Ons zul je op dergelijke enggeestigheid niet licht betrappen!
    Toch?

  3. @Oscar: wereldwijs, achterlijkheid, het zijn uw woorden.
    Laat er een verschil zijn tussen constatering en oordeel.

  4. Excuus!
    Meende ik in uw stukje toch zomaar een impliciet dedain voor provincialen te kunnen constateren!
    Waar haal ik het vandaan? Als ik uw postje nog eens aandachtig herlees begrijp ik daar zelf ook geen sikkepit meer van! De lelijke adjectieven die ik zo gedachteloos rondslingerde (mijn woorden, inderdaad) neem ik dan ook ruiterlijk terug.
    Waarschijnlijk liet ik mij bij het lezen van uw verslag -abusievelijk, naar nu blijkt- leiden door de idee dat een ‘ oordeel’ niet slechts mét woorden, maar ook tússen de regels en woorden tot uitdrukking kan komen. Fout gedacht.
    Uit uw reactie begrijp ik namelijk dat u met uw schrijven helemaal niks wilde zeggen, stellen of beweren, laat staan dat u zich daarmee een oordeel wilde aanmatigen; u moest alleen uw constatering effe kwijt!
    Helder!

  5. Dat doet me deugd, dat alles helder is.

    Misschien is het motto ‘Show, don’t tell’ in dit verband wel van toepassing.

  6. Wat u zegt: maak er de volgende keer maar liever weer een foto van.

  7. Qua uiterlijk was dat het inderdaad wel waard geweest.

  8. Disdain of niet (ik vind persoonlijk van niet, maar hee, ik kom uit de provincie, dus dat zegt vast niets ;-)), ik vind het gewoon een plezant stukje…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *