Het is vrijdagochtend. Dat betekent markt en dat betekent gebrek aan parkeerruimte in de buurt. Om iets voor 8 uur loop ik naar de auto. Het heeft weer gevroren en de autoruiten zitten onder het ijs. De dure ruitenkrabber die ik twee jaar geleden kocht heeft al lang z’n waarde bewezen.
Terwijl ik de ruitenkrabber uit de portier pak, staat een blauw Golfje al ronkend klaar om mijn parkeerplek in te nemen. Ik zwaai even met de ruitenkrabber om te laten zien dat ik nog wel even laat wachten voor ik wegrij.
De man in het Golfje springt uit zijn auto en begint te helpen met krabben. Er zijn wel aardig mensen in Nederland. Hoewel enige eigenbelang daarbij natuurlijk wel helpt.
Geef een reactie