Facebook. Ik heb geen Facebook. Ik wil geen Facebook. Niet omdat er geen leuke mensen op Facebook actief zijn. Nee, omdat ik bang ben dat er veel te veel tijd verloren gaat in het bijhouden van een Facebook-account.
In de trein naar Rotterdam, laatst. Twee corpsdames spreken het sociale gedrag binnen de jaarclub door. Het gaat over formuleringen in sms-jes, e-mails en op Facebook. Elke letter wordt gewogen, alles gaat over onderlinge verhoudingen. ‘Maar Erik zit dag en nacht op Facebook, die ziet alles’. Een goede reden om geen Facebook te nemen.
Maar het valt op dat steeds meer websites worden voorzien van een ‘Deel dit op Facebook’-knop. Of sterker nog, dat informatie alleen verkrijgbaar is via Facebook. Per mail kreeg ik een uitnodiging voor de inauguratierede van Wouter Vanstiphout in Delft. Er stond maar een klikbare link in de uitnodiging, namelijk een link naar een Facebookgroep. En zolang ik geen Facebook lid ben kan ik de daar beschikbare informatie niet inzien.
Verdwijnt het actieve internet steeds meer in de structuren van de grote mediabedrijven, omdat alles gebeurt op de grote sociale netwerken? Interfaces als Twitter, Flickr en Facebook werken als een tierelier, maar alle communicatie gebeurt onder hoede van de grote mediabedrijven. Eerder interfaces zoals e-mail en weblogs konden meestal gebruikt worden zonder een account te nemen bij een mediabedrijf. Een tweet sturen zonder twitteraccount? Ik denk niet dat het mogelijk is.
Het voordeel van dergelijke ‘gesloten’ communicatiesystemen is duidelijk: ze werken. Er is maar een partij die de communicatiestandaard bepaalt, waardoor het bouwen en ontwikkelen van zo’n interface ongetwijfeld gemakkelijker is. Maar moeten we de trend zien als een bedreiging voor de vrije toegang tot informatie?
Geef een reactie